Ouderen hebben een groter risico op uitdroging. Met de leeftijd neemt het dorstgevoel af. Daarnaast kunnen bijkomende problematieken ervoor zorgen dat de vochtinname sterk afneemt. Daarom is voldoende drinken extra belangrijk voor onze bewoners. Ook hebben onze bewoners niet altijd de mogelijkheid om zichzelf van drank te voorzien. Hen stimuleren om minstens 1,5 liter per dag te drinken is hier dus van groot belang. Tijdens de warme zomerdagen zal daarom in samenwerking tussen de keuken en de afdelingen, het hitteplan worden ingeschakeld.
01
Bouw structurele drankmomenten in en stimuleer bewoners om te drinken, ook als ze geen dorst hebben. Start hiermee al een paar dagen voor de warme dagen, zo bouwt men een reserve op.
02
Zorg ervoor dat er steeds (2 soorten) dranken in het zicht of in de omgeving van de bewoners die zelfstandig drinken staat.
03
Start elke maaltijd met een glas water (of andere dranken). Schenk bij tijdens de maaltijd.
04
Schenk ook dranken tussen de maaltijden (drankrondes worden aanbevolen).
05
Houd de dranken fris door ze in de koelkast te bewaren maar voorzie ook water op kamertemperatuur voor bewoners die dit liever drinken.
06
Dranken als water, melk, karnemelk, bouillon, soep, thee, vruchtensappen, groentesappen en smoothies zijn aangewezen.
07
Senioren zijn eerder “zoetebekken”, waardoor gezoete dranken vaak makkelijker worden gedronken.
08
Maak drankjes aantrekkelijk door op een snelle en eenvoudige manier een leuke presentatie of omkadering te voorzien (zie verder voor tips).
09
Wees aandachtig voor onze meest kwetsbare bewoners met specifieke problematieken (zie verder voor aandachtspunten).
10
Ook tijdens verzorgende handelingen kan de vochtinname gestimuleerd worden bijvoorbeeld door een glas water te drinken na het poetsen van de tanden of bij het innemen van de medicatie.